Deze publicatie doe ik zoals gezegd niet zomaar. De reden daarvoor is, dat de oeroude natuurleer is gebaseerd op subjectieve waarneming in plaats van op objectieve, zoals gebruikelijk in de (klassieke) westerse wetenschap. De deductie van een dergelijke theorie wordt vandaag de dag absoluut niet voor mogelijk gehouden. Sterker nog, subjectieve waarneming wordt door de westerse natuurkunde per definitie uitgesloten als de basis voor een wetenschappelijke methode met als gevolg, dat ik met mijn studie ben als 'een roepende in de woestijn'. Maar dat is niet mijn enige probleem: Mijn probleem is ook de paradigmaverschuiving die deze theorie vrijwel zeker zal veroorzaken in de huidige fysica. Daar zitten de meeste westerse fysici niet op te wachten waardoor publicatie van mijn boek op kleine schaal of in eigen beheer gedoemd is om in de doofpot te belanden. Dat is doodzonde. De oude oosterse theorie, de zgn. Elementenleer, en de westerse natuurkunde kunnen mijns inziens namelijk niet alleen probleemloos naast elkaar bestaan, maar zullen elkaar ook zeker aanvullen en versterken. Dat komt vooral omdat de Elementenleer geen bewegingsleer is, zoals de vigerende westerse natuurkunde, maar een (zelf)organisatieleer. Als bewegingsleer is een natuurwetenschap bijvoorbeeld meer pragmatisch/technisch/industrieel en als organisatieleer is een natuurwetenschap meer filosofisch/medisch/astronomisch.

Ik publiceer dan ook om aan te tonen, dat subjectief waarnemen wetenschappelijk kan zijn. Persoonsgebonden factoren, zoals innerlijk gevoel, voorkeur, perspectief, tijdigheid enzovoorts spelen daarbij zelfs een belangrijke rol. Voorwaarde is evenwel, dat de juiste spelregels worden toegepast. Die blijken overigens vrij eenvoudig te zijn omdat zij in een referentieframe zijn vastgelegd (zie §4.4).

Op deze website kan de lezer zich ervan vergewissen, dat de oeroude natuurtheorie van de Chinezen op een voor westerse ogen aanvaardbare wetenschappelijke wijze is ontstaan. Op die manier hoop ik te bereiken dat dit in veel wetenschappelijke kringen en (medische) beroepsgroepen bekend wordt opdat er een breed wetenschappelijk draagvlak kan ontstaan voor de erkenning van wetenschap op basis van subjectieve waarneming. Pas dan bestaat er hopelijk een kans dat een wetenschappelijke uitgever bereid is om mijn boek te publiceren. Met de publicatie daarvan wordt vervolgens duidelijk aan welke voorwaarden het subjectieve waarnemen moet voldoen en welke tot op heden onverklaarbare verschijnselen in de natuur en het heelal ermee kunnen worden verklaard.

 

Overigens wens ik de lezer veel leesplezier. Maar alvorens gelijk naar de pagina THEORIE te gaan, waar een belangrijk deel van de reconstructie van de Elementenleer wordt beschreven, stel ik de lezer enerzijds in de gelegenheid zich enigszins op de hoogte te stellen van de belangrijkste westerse voorwaarden waaraan een dergelijke theorie moet voldoen. Anderzijds is het belangrijk om te weten wat er vanuit de Chinese literatuur bekend is omtrent de basis van die oude natuurtheorieIn feite kan daartoe worden volstaan met een min of meer schematisch overzicht.

Beide kaders worden in de onderstaande delen van de inleiding geschetst.

­