Uit het voorgaande kun je opmaken dat de traditionele Chinese wetenschap vier eeuwen geleden absoluut geen raakvlakken had met de westerse natuurkunde.
Vandaag de dag ligt dat heel anders en dat is niet alleen vanwege de relativiteitstheorieën van Einstein en de westerse kwantummechanica; ook het bestaan van EM-golven (EM = elektromagnetisch), zoals bijvoorbeeld bij zonne- of röntgenstraling, en van elementaire deeltjes, zoals elektronen, was tot laat in de negentiende eeuw nog onbekend. Laat staan het gegeven dat EM-golven en elementaire deeltjes in elkaar kunnen omslaan (De Broglie 1923).
Door de reconstructie van de oude leer ontstaan veel raakvlakken met vooral de moderne westerse natuurkunde. Om dat overzichtelijk te houden ga ik daarop alleen dieper in, als die raakvlakken relevant zijn voor de beeldvorming. Als het niet te verwarrend is verwerk ik die raakvlakken bij voorkeur in de tekst en anders in (genummerde) NB-tekstkaders. In beide gevallen verwijs ik – op deze website middels hyperlinks en tooltips – naar boeken of websites (meestal NL Wikipedia).
Op die manier hoop ik mijn teksten nog redelijk leesbaar te houden voor lezers met weinig voorkennis van de natuurkunde.
Ter onderscheiding van de gangbare westerse natuurkunde noem ik de Chinese natuurkunde bij voorkeur 'oosters'. Vanwege hun vele raakvlakken moeten namelijk geregeld dezelfde woorden/begrippen worden gebruikt. In dat geval moeten ze soms net iets anders worden geformuleerd. Daar waar dit nodig is, zoals bijvoorbeeld bij het woord 'kwantumverschijnsel', kan ik nu met 'oosters' of 'westers' aangeven welke formulering ik bedoel. Soms moet ik ook nieuwe woorden gebruiken. In beide gevallen heb ik de woorden in mijn script gedefinieerd en toegevoegd aan een verklarende woordenlijst.
De wetenschappelijke waarde van de oude theorie toets ik in mijn script met verschijnselen die met de westerse theorieën onverklaarbaar zijn. Maar vanwege het kwantumkarakter van de oude theorie is dat niet altijd even gemakkelijk. Vaak gaat het namelijk om ogenschijnlijk zeer onbelangrijke verschijnselen die volgens west op toeval berusten en pas interessant blijken te zijn wanneer duidelijk wordt dat dat niet zo is.
Ga verder naar: 1.4. Subjectief wetenschappelijk waarnemen met een referentieframe