Het heeft nog geruime tijd geduurd alvorens het kwartje viel. Maar toen het eenmaal gevallen was, was ik niet meer te stuiten. Westerse deeltjesfysici nemen het 'ultramicroscopische' namelijk waar als een wereld van patronen, met als gevolg dat zij een speciale 'kwantumtheorie' nodig hebben om die wereld te kunnen beschrijven. Dat riep toen de vraag bij mij op:
“Is subjectief-wetenschappelijk waarnemen er mogelijk de oorzaak van dat je natuurverschijnselen moet beschouwen als de delen, pakketjes, brokken of kwanten van patronen of structuurniveaus die met elkaar de grotere eenheden vormen?”
Als die vraag positief beantwoord kan worden zou subjectief-wetenschappelijk waarnemen er inderdaad de reden van kunnen zijn dat de oude Chinese theorie kan worden opgevat als een kwantumtheorie, zoals in de inleiding genoemd, maar dan voor de kosmos in plaats van het ultramicroscopische. De positie van de 'Heilige Wijzen' is in dat geval absoluut niet symbolisch.
Dat je de meeste natuurverschijnselen in de oude theorie moet beschouwen als de porties of kwanten van grotere eenheden is niet makkelijk te bevatten, omdat je er bij het observeren geen duidelijke aanwijzingen voor hebt. Het gaat je voorstellingsvermogen ver te boven.
Zo verging het kennelijk ook de Chinese wetenschappers in de oudheid. Zij konden hun theorie pas een beetje begrijpen, nadat zij hem vertaalden in termen van Qi (氣 = energie). En zo verging het in feite ook de westerse natuurkunde in het begin van vorige eeuw.
Ook Einsteins Relativiteitstheorieën en de westerse kwantummechanica kunnen slechts worden begrepen in termen van energie.
Ga verder naar: 1.3.2. Kosmische kwantumverschijnselen