Formeel legt een model in de wetenschap alleen maar vast wat men nodig heeft aan (begrippen of variabelen voor) objecten, relaties en toegestane operaties, om deducties te kunnen maken.*
Bij het ontstaan van een wetenschap kan evenwel een werkhypothese worden aanvaard als wetenschapsmodel. De onderzoeker houdt zich bij een reeks onderzoekingen consequent aan een bepaalde werkhypothese. Het voorlopige karakter van die hypothese dient hierbij op de proef te worden gesteld. Onderzoekingen dienen gericht te zijn op verdere uitwerking van de werkhypothese, maar deze dient ook zelf toetsbaar en met name weerlegbaar te worden gesteld. Op die manier wordt voorkomen dat het wetenschapsmodel een onaanvaardbaar dogma wordt.*
In dit hoofdstuk gaat het om de meest basale wetenschapsmodellen in de natuurkunde en dus feitelijk om werkhypotheses.
Ga verder naar: 1.2.1. Achtergrond van het wetenschapsmodel CAM